Skip to main content

Hoe versterken we de zorg in de eerste lijn?

Op 26 oktober jl. ging in Amersfoort het project ‘Visie op de Eerste Lijns zorg’ van start onder leiding van de Rebel Group en in opdracht van het Ministerie van VWS. Het project vloeit direct voort uit IZA, het nieuwe integraal zorgakkoord. Paramedische organisaties EN, NVD, NVH, NVLF, OVN en VVOCM, (samenwerkend binnen Paramedisch Platform Nederland) en de KNGF, zijn samen met de andere partijen werkzaam in de eerste lijn, waaronder apothekers (KNMP), ouderengeneeskundigen (Verenso), (wijk)verpleegkundigen (V&VN), woon- en thuiszorg (Actiz) (Zorgthuis.nl) en patiënten (PFN), uitdrukkelijk uitgenodigd om mee te werken aan een nieuwe visie op de eerstelijnzorg en een plan van aanpak tot aan 2030. Ook de NHG, Ineen, VWS en ZN waren vertegenwoordigd. De LHV sluit op dit moment (nog) niet aan, zij hebben het IZA niet ondertekend. Uiteraard is het wel belangrijk dat ook zij aansluiten.

In het IZA is aangegeven dat als gevolg van de vergrijzing, de beweging naar passende zorg en omdat mensen langer thuis blijven wonen, steeds meer mensen voor complexere zorgvragen een beroep doen op eerstelijnszorg. De eerstelijnszorg is grotendeels kleinschalig en monodisciplinair georganiseerd. Patiënten hebben daardoor ook vaak te maken met meerdere zorgaanbieders.

De huidige structuur van de eerstelijnszorg betekent ook dat er veel op individuele zorgverleners aankomt en zij steeds minder met zorgverlening en steeds meer met randzaken bezig zijn. De nieuwe visie en het plan dat gemaakt wordt moet een aantal elementen bevatten zoals die ook in het IZA zijn opgenomen: optimaal benutten van beschikbare personele capaciteit en expertise, meer tijd voor de patiënt, organiseren en samenwerken, inhoud en kwaliteit van zorg en beschikbaarheid en inzet van financiële middelen.

“Het meedenken en praten over hoe we de eerstelijnszorg gaan versterken biedt kansen voor ons als paramedische sector. Zorg in de wijk moeten we toch echt samen doen, daarom is het goed dat we elkaar ook op landelijk niveau treffen, niet alleen in paramedische verband, maar breder, met alle partijen die rondom de patiënt staan. Dat in het traject ruimte wordt geboden om specifiek per zorgsoort input te geven juichen we toe” aldus Viola Zegers, voorzitter Paramedisch Platform Nederland en directeur van de beroepsvereniging voor oefentherapeuten, VvOCM.

Het traject heeft een looptijd tot eind januari. In het proces zijn vaste momenten opgenomen waarop de partijen in gesprek kunnen gaan met hun achterban en/of hen op de hoogte brengen van de vorderingen.